Zo lees ik het leven beschreven
in zinnen gevleugeld, zoet zonnig
Fruitig rot
Door vrienden, kennissen
en ik,
De Zot
Wat ik niet kan moge duidelijk zijn
Het is weerom gebleken
De vraag echter blijft:
“Hoe zal ik me wreken?”
Daar postuum genecrofileerd werd
en het grafschrift de maan verduisterde
zinde ik op wraak, luisterde.
Wachtte af en beidde mijn tijd.
Als je eens wist, de toorn,
de duivel in mij nu bevrijd.
Ik snak naar genoegdoening
Leg het neer, bind het vast.
Het Lam
Jij was Jezus, God en Mij
Dus ruk ik de lans uit je zij’
en slacht, snijdt het vlees.
Kom vrienden, een feestmaal
Als we dan toch sterven, zij aan zij
Ben ik liever jouw Judas
en
eet mij